Wanneer bij een sloop alle steen houdende en betonachtige materialen als bakstenen, klinkers, badkamertegels en dakpannen apart worden ingezameld, dan spreekt men van ‘schoon’ puin. Omdat dit type puin na inzameling niet meer wordt gesorteerd, hoort het vrij te zijn van o.a. gevaarlijk afval, asbest, plastic, papier en hout. Bij het recyclingbedrijf wordt het afval door een puinbreker gebroken tot verschillende soorten en maten recycling-granulaat: een hernieuwde grondstof die in Nederland al sinds de jaren 70 wordt gebruikt.

Dit klinkt als een win-winsituatie: we gebruiken minder primaire grondstoffen zoals zand en grind en tegelijkertijd komen we op een efficiënte en functionele manier van ons bouwpuin af.

Deze grondstof blijkt in de praktijk echter altijd lang niet schoon. Het puin is vaak vervuild met ander sloopafval zoals stukjes rioolbuis, elektriciteitsdraden, andere stukken plastic, stukjes koper buis, pluggen etc. Nederland zou Nederland niet zijn als men daarvoor geen normen zou hebben. Volgens die normen mag puingranulaat met 1% vervuild zijn.  Onduidelijk is of dit 1% in gewicht of in volume is. We gaan ervan uit dat het om volume gaat.

Ook bij de doorfietsroute Assen-Groningen langs de Kanaaldijk is dergelijk puingranulaat gebruikt en we kregen als GroenLinks diverse signalen van inwoners dat men zich toch wel zorgen maakte om wat er allemaal verdwijnt onder het beton van het fietspad. Ik heb ook zelf wat foto’s gemaakt en navraag gedaan bij de gemeente, waar men verwees naar de normstelling van 1%. Dit puin was gecertificeerd en zou daaraan voldoen. 

Blijf je met een toch raar gevoel achter omdat we op andere plekken alle moeite doen om plastic en vervuiling uit het milieu te houden en het hier willens en wetens onder een fietspad ‘moffelen’.  Nu is het gevaar van verspreiding en uitspoeling onder een weg of beton-pad natuurlijk minimaal, maar toch.

Wat resteert is de spagaat: recyclen en nuttig hergebruik tegenover verdere uitputting en verbruik van natuurlijke grondstoffen zoals zand en grind.

Wie het weet mag het zeggen….

Hans Marskamp