Gelukkig gaat de raad over haar eigen agenda, zodat we er hier nu toch nog opinierend over kunnen spreken.
Over de onderhandelingen tussen de ontwikkelaar en de eigenaren van de woningen aan het Kanaal of de Gr v Prinstererlaan gaat de raad niet.
Wel stelt de raad bestemmingsplannen vast . In 2004 is het bestemmingsplan Assen Noord vastgesteld. Daarbij is voor het gehele gebied op de hoek Gr. V Prinstererlaan/Kanaal een wijzigingsbevoegdheid gelegd door de raad in die zin dat de woonbestemming kan worden gewijzigd in “ woondoeleinden meergezinshuizen” .
De wijzigingsbevoegdheid is een bevoegdheid van het college. In de planvoorschriften zijn daarvoor echter wel kaders gesteld. Het college dient een evenredige belangenafweging plaats te laten vinden waarbij ondermeer betrokken wordt de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van aanliggende gronden worden geschaad. Verder dient de stedenbouwkundige inpasbaarheid te worden aangetoond.
Als de waarden of belangen onevenredig worden geschaad vindt de wijzigingsbevoegdheid geen toepassing.
Het is dus niet zo dat het college, indien een ontwikkelaar komt met een bouwplan passend binnen de wijzigingsbevoegdheid, niet anders kan dan hieraan medewerking te verlenen.
Als nu het resultaat wordt bezien van het bouwplan waaraan het college medewerking verleent door de vaststelling van het wijzigingsplan, door hierin slechts een deel van het aangewezen gebied te betrekken, hebben wij toch enkele vragen en zij we ook zeer benieuwd hoe de andere fracties hier tegen aan kijken.
In de beleving van GL hoef je niet te hebben doorgestudeerd te hebben om te constateren dat het bouwplan Vissingastaete stedenbouwkundig geen fraai beeld oplevert. En dat is dan het understatement van het jaar . Een oude twee onder een kap woning van twee lagen met plat dak wordt ingeklemd tussen twee moderne gigantische appartementencomplexen. De een ruim 15 m hoog en de ander bijna 28 m hoog op de hoek en ruim 12-15 m hoog direct naast de woningen aan het Kanaal .Van de stedenbouwkundige argumenten genoemd in het voorstel zijn we niet onder de indruk: een referentie aan de oude bebouwing langs het Kanaal en ‘ ademruimte’ tussen de beide gebouwen: wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat deze argumenten er met de haren bij gesleept zijn.
Hoe heeft het college of welke deskundige dan ook hier tot de conclusie kunnen komen dat sprake is van een stedenbouwkundige inpasbaarheid van het bouwplan ? En zelfs als die conclusie zou mogen worden getrokken hoe zit het dan met de inpasbaarheid uit het oogpunt van welstand?
Dan de belangenafweging. Heeft het college door hier op deze wijze medewerking te verlenen enkel oog gehad voor de belangen van de projectontwikkelaar en in het geheel niet voor die van de eigenaren van de aanliggende gronden?
Natuurlijk de eigenaren kunnen een planschadeaanvraag indienen, worden dan opgezadeld met een eigen risico ter grootte van 2% van de waarde van de woning, zodat de financiele belangen deels zijn gecompenseerd. Maar kijkt het college in deze alleen naar financiele belangen ?
Waarom heeft het college niet geoordeeld dat men geen medewerking wilde verlenen aan het plan met het oog op de belangen van deze eigenaren en/of de stedenbouwkundige inpasbaarheid van het plan en de ontwikkelaar gevraagd zijn huiswerk over te doen.
Daarbij had het college toch kunnen aangeven dat het bouwplan het hele als wijzigingsgebied XVIII aangegeven gebied moest beslaan. De argumentatie waarom dit niet is gebeurd is naar onze mening nogal onder de maat. Door het wijzigingsplan betrekking te laten hebben op slechts een deel van het aangewezen gebied in het bestemmingsplan handelt het college wellicht niet in strijd met de letter maar wel in strijd met de geest van het bestemmingsplan. Of ziet het college dit anders.