Op 24 april hebben Laura Punt, Ger Meijer (GroenLinks) en Agnes Klinkenberg (VVD)gesproken over het idee wat is geboren op de avond van de uitslag van de Provinciale verkiezingen. Kern van het idee is dat een inhoudelijke dialoog/bespreking tussen het WMO-platform en de lokale politiek van Assen meerwaarde heeft.

Het uitgangspunt (en ook in de wet WMO) is dat mensen zelf moeten kunnen beschikking over vormen van zorg (zelfbeschikking) en in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor hun eigen zorg (zelfzorg). GL en VVD zien in hoofdlijn drie vormen:

  1. Wanneer

    er psychische/sociale problemen zijn of dat er fysieke gebreken zijn, biedt

    de WMO vormen van ondersteuning gericht op herstel naar zelfbeschikking en

    zelfzorg.

  2. Bij

    ernstigere problemen is er een intensievere vorm van zorg nodig wat

    mogelijk ook weer kan leiden tot herstel en tot zelfbeschikking/zelfzorg.

  3. Het

    is echter ook mogelijk dat de zorg een blijvende zorg wordt omdat de

    fysieke gebreken alleen maar slechter worden of dat de psychische

    gesteldheid (b.v. dementie) alleen maar slechter wordt. Dan is blijvende

    zorg nodig.


Verder kan worden vastgesteld dat bij de WMO vele partijen betrokken zijn: de rijksoverheid (regering, parlement, en adviescommissies), gemeente (ambtenaren, college, raad), de instellingen, de cliënten, de mantelzorgers, etc.

Er zijn drie thema’s te onderkennen die vanuit de praktijk het beste besproken kunnen worden. Dat zijn: de zelfbeschikking/zelfzorg, participatie en verantwoordelijkheden. Voorgesteld wordt om drie/vier praktijksituaties te beschrijven: b.v. een jongeren die ernstig verslaafd dreigt te raken, een oudere die dement is, een bewoner van Huize Bartje, iemand die palliatatieve zorg nodig heeft. Deze praktijksituaties worden voorzien van vragen/ stellingen rondom zelfbeschikking, participatie en verantwoordelijkheden. Op die manier kan er echt over inhoudelijke thema’s gesproken worden.

Laura Punt, Ger Meijer en Agnes Klinkenberg stellen voor eea verder uit te werken en te bespreken met vertegenwoordigers van het WMO platform.