Onderstaand formuleert de fractie van GL een aantal vragen betreffende zaken die op het eerste gezicht wellicht weinig met elkaar te maken hebben maar nader beschouwd is er wel degelijk een verband.

Aanleiding voor deze vragen vormt de onlangs door uw college aan de eigen Afdeling Groenbeheer verleende omgevings- c.q. kapvergunning voor 51 essen aan de Gasterense weg te Loon.

Aan de hand van de ambtelijke antwoorden die wij desgevraagd ontvingen, hebben wij begrepen dat er in 2009 onderzoek gedaan is naar de bomen rondom Loon. Daaruit kwam naar voren dat de betreffende essen aan de Gasterenseweg redelijk goed waren. Nu 3 jaar later blijken de bomen drastisch achteruit te zijn gegaan. Als mogelijke oorzaak wordt de essentaksterfte genoemd en in mindere mate het strooizout. De bomen zijn dermate ernstig verzwakt de laatste jaren dat kap onontkoombaar lijkt.

Tevens hebben wij geïnformeerd naar herplant.  Daarover werd ambtelijk aangegeven dat, omdat het om een grote hoeveelheid bomen gaat die niet in de nabijheid teruggeplant kan worden, is besloten om, net als de vorige kapvergunning voor de lanen rondom Loon, geen herplant op te leggen.

Dit laatste verbaast ons! In de Kapverordening zoals die is geïncorporeerd in de APV staat als algemeen uitgangspunt dat tot de aan de kapvergunning te verbinden voorschriften behoort dat binnen een bepaalde termijn overeenkomstig de door het bevoegd gezag te geven aanwijzingen moet worden herplant, tenzij dit naar het oordeel van het bevoegd gezag onmogelijk wordt geacht. Daarbij wordt telkens bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen. Uitgangspunt van de APV is dus heel duidelijk herplant. Tijdens de behandeling van het “Groene frame van Assen”  is hier ook uitdrukkelijk over gesproken met de raad en is zelfs de wens geuit voor elke te kappen boom twee (kleinere) bomen te herplanten

Dit brengt ons op de eerste vraag:

Waarom wijkt het college af van de regels die ze haar burgers over het algemeen wel oplegt en legt zich zelf geen herplantplicht op bij deze kapvergunning?

(Dat dit ter plaatse niet kan of niet wenselijk is, begrijpen wij, maar juist de gemeente heeft voldoende mogelijkheden elders tot herplant over te gaan en het ‘ bomensaldo’ gelijk te houden.)

De toename van de essentaksterfte staat wellicht  niet direct in verband met een gebrek aan

biodiversiteit.  Van de vakafdeling begrijpen wij echter wel dat, als het om monotone aanplantingen gaat die last krijgen van ziekte,  de uitval ook gelijk fors en zichtbaar is, terwijl in gemengde beplantingen de uitval slechts een deel van de beplanting betreft. Naast andere bekend veronderstelde voordelen pleit dit wel degelijk voor biodiversiteit en het voorkomen van monoculturen.

In dat kader past ook (in navolging van het voornemen van de gemeente Tynaarlo) de aanplant van een “bijenbos”. De gemeente heeft zich immers achter het “Jaar van de Bij” geschaard en GL spreekt de verwachting  uit dat dit na een jaar niet stopt. Elk jaar is een jaar van de bij !

Met een bijenbos wordt bedoeld het inrichten van percelen grond ter grootte van bijvoorbeeld 1 ha, zo mogelijk aansluitend aan de bebouwde kom in onze gemeente.

Een bijenbos dient bij voorkeur te worden ingericht met diverse na elkaar bloeiende bomen, zodat er gedurende het gehele seizoen bijen (en andere insecten) kunnen fourageren. Vooral dracht in het vroege voorjaar en de nazomer is daarbij van belang. De bomen moeten voldoende afstand tot elkaar hebben om tot een florissante wasdom te kunnen komen.  Voor het assortiment bomen kan worden gedacht aan wilg, esdoorn, prunussoorten, paardekastanje en tamme kastanje, robinia, diverse lindes met verschillende bloeitijden. Ook hagen met hedera (klimop) voor de late bloei.

Hoewel voor dit initiatief geld nodig zal zijn, is het wellicht mogelijk dit in te passen in de ontwikkelingen rond “ Assen aan de Aa” op terreinen waar toch al bebossing is of wordt gepland, of bijvoorbeeld ter compensatie van de hiervoor genoemde kap van 51 essen.

Dit brengt ons op de tweede vraag:

Is het college bereid de biodiversiteit in onze gemeente te bevorderen bijvoorbeeld door de aanplant van een bijenbos danwel bij het aanbrengen van beplanting rekening te houden met de drachteigenschappen van de verschillende boomsoorten?

Een derde vraag in het verlengde hiervan:

Biodiversiteit moet je eigenlijk niet plaatselijk maar regionaal oppakken. 

Is het college bereid het onderwerp ‘ biodiversiteit’ op bestuurlijk niveau regionaal op te pakken en op de agenda te zetten, bijvoorbeeld in overleg met de Provincie Drenthe, LTO en de Regio Groningen – Assen?

“ Groen moet je doen !”